3 dingen die je moet weten over het nieuwe televisiekijken

07/07/2022

Televisiekijken is niet meer wat het vijf jaar geleden was. Van ‘het kastje aan de muur’ zijn we in korte tijd geëvolueerd naar een divers landschap aan devices en streamingsopties. Volgens Dirk Lodewyckx, directeur tv, streaming & radio, zijn er drie dingen die je daarover moet weten.

1. De kijker wil alles

Ons televisiekijkgedrag is de afgelopen jaren sterk geëvolueerd. Er vond een bruuske switch plaats van live, naar uitgesteld, naar streaming. We zijn geëvolueerd van het grote scherm naar multiplatform, van live naar ATAWAD (anytime, anywhere & any device) en van tv naar VOD (SVOD & AVOD). Het gevolg is dat de consument in de drivers seat zit en zelf de keuze maakt. Tv, of liever broadcasters content, is maar één van de vele opties in een markt die gedomineerd wordt door internationale SVOD-spelers.

Het goede nieuws is dat video populairder is dan ooit. De afgelopen vijf jaar steeg het kijken via het tv-scherm - in al zijn vormen - met 5%. Ook het tv kijken op andere schermen groeit, dankzij initiatieven zoals VTM GO, elke maand verder.

We zijn gewoon om te kijken wat we willen, waar we het willen en wanneer we het willen. De consument wil live tv kijken als het relevant en urgent is, in alle comfort uitgesteld kijken en bingewatchen als hij/zij daar zin in heeft. Corona heeft ervoor gezorgd dat die nieuwe vormen van tv kijken voor zowat iedereen de norm zijn geworden.

2. De lat ligt altijd even hoog

Elk kanaal moet goed weten wat z’n reden van bestaan is. Voor live tv geldt: alle focus op beleving. Voor fictie is de bingefactor bepalend. De kijker zit al lang op die radicale piste. Of het nu gaat over entertainment, nieuws, human interest of een showprogramma: alle middelmatigheid is eruit.

Sterke programma’s van eigen bodem, zoals Fair Trade en de Bende van Jan de Lichte, zijn enorm belangrijk. Ze maken deel uit van de Vlaamse cultuur en vormen het bindmiddel van onze maatschappij. Internationale spelers zullen nooit op dezelfde manier zo’n lokale impact hebben. Ze maken voornamelijk producties waarvan het format gekopieerd kan worden in tientallen landen.

Kijkers verwachten dat er veel en kwalitatief hoogstaande programma’s bij ons geproduceerd worden. Dat is een rijkdom die we willen koesteren. Om de Vlaamse tv-kijker dus nóg meer comfort te geven en top-programma’s van eigen bodem voor te schotelen, zijn wij van mening dat we de fundering van onze televisie moeten verstevigen.

3. Een nieuw uniform reclamemodel

Parallel met deze evoluties zien we dat reclame - vooral bij uitgesteld kijken - steeds vaker wordt doorgespoeld. Dat zorgt ervoor dat spots langer moeten lopen om voldoende bereik te hebben, waardoor zenders minder reclamezendtijd kunnen verkopen. Adverteerders besteden hun budgetten ook vaker online bij internationale techreuzen zoals Facebook en Google, waar ze hun campagnes naar specifieke doelgroepen kunnen richten. 

Dat verlies aan reclame inkomsten zet de investeringen in lokale producties significant onder druk. Initiatieven zoals pauzeknop-reclame en addressable tv gaan het verlies voor een stuk tegen. Zo is er bij addressable tv sinds deze zomer een synergie mogelijk tussen de datasegmenten van Proximus en de digitale segmenten van DPG Media. Die datasets kan je zowel inzetten in onze online video campagnes in short en long form als in addressable tv campagnes. Zo’n initiatieven zijn nodig en we blijven ze verder uitbouwen. We wensen echter een stap verder te gaan om de kwaliteit en kwantiteit van lokale programma’s gezond te houden. 

In dat kader kondigden we, samen met de Belgische zendergroepen, in augustus vorig jaar een nieuw tv-reclamemodel aan. Telenet sprong als eerste operator op de kar. Vanaf september kreeg een eerste groep klanten 1 minuut niet-doorspoelbare reclame voor de start van elke opname te zien en 7 dagen gratis Replay (Terugkijk TV) met niet-doorspoelbare breaks. Vandaag breiden we dat nieuwe kijk- en reclamemodel verder uit naar alle tv klanten van Telenet. Dat is volgens ons dé manier om onze lokale televisiesector van de nodige zuurstof te voorzien.